CAN decoder
De CAN-decoder-I/O decodeert analoge data tot CAN-data. De bron voor de decoder kan zowel het differentiële CAN-signaal (aanbevolen) zijn of het CAN-high-signaal. De CAN-decoder-I/O heeft automatische niveau-detectie. De gedecodeerde velden kunnen weergegeven worden in een tabel-sink.

Wanneer de CAN-data J1939-boodschappen bevat, worde ndeze ook getoond. Daarbij kunnen deze ook verder gedecodeerd worden met de J1939-decoder-I/O.

Wanneer de CAN-berichten compatible zijn met CANopen, kunnen extra CANopen-velden getoond worden.

De volgende velden worden uit de CAN-data gehaald door de decoder:

Protocol Veldnaam Functie Standaard getoond
CAN ID (Unieke) identificatie voor de data
RTR Remote transmission request, indien 1 wordt remote data gevraagd
IDE Identifier extension bit, indien 1 bestaat de data uit 29 in plaats van 11 bits
R1 Gereserveerd bit, alleen in extended formaat
R0 Gereserveerd bit (moet dominant (0) zijn, maar wordt dominant en recessief geaccepteerd)
DLC Data length code, aantal data-bytes (0-8 bytes)
Data Verzonden data (lengte aangegeven met DLC-veld)
CRC Cyclic redundancy check
CRC delimiter Moet recessief (1) zijn
Ack Geeft aan of de boodschap bevestigd is
Flags Eventuele fouten die in de boodschap gedetecteerd zijn
J1939 Priority berichtprioriteit, heeft 8 niveaus, 0 is hoogste, 7 is laagste
PGN parametergroepnummer
Source address bronadres
Reserved gereserveerd voor toekomstig gebruik, moet nu 0 zijn
Data page DP: selector voor protocol data unit (PDU), momenteel 0, pagina 1 voor toekomstige toepassingen
PDU format PF: 0-239 geeft bestemmingsadres in PS aan, 240-255 geeft uitbreiding op PF aan
PDU specific PS: inhoud geïnterpreteerd volgens informatie in PDU Format
CANopen Node ID Identificeert een device op de CANopen-bus
Function code Identificeert het CANopen-berichttype
Object CANopen communicatie-objecttype

Klik op de Selecteer kolommen-knop in de tabel om specifieke kolommen te verbergen of te tonen.

Dubbel-klikken op een rij in de tabel laat de actieve grafiek inzoomen op het tijdfragment dat overeenkomt met de rij in de tabel.

Een voorbeeld van gedecodeerde CAN-data is hieronder getoond.

Meting aan een CAN-bus in een auto, met gedecodeerde CAN-data.

Figuur 1: Meting aan een CAN-bus in een auto, met gedecodeerde CAN-data.

Instellingen en acties

Om het gedrag van een CAN-decoder-I/O aan te passen zijn diverse instellingen en acties beschikbaar. Deze zijn beschikbaar via een popupmenu dat getoond wordt als met rechts op de I/O geklikt wordt in het objectscherm. De instellingen zijn ook beschikbaar via een instellingenscherm dat wordt getoond als op de I/O wordt dubbel geklikt in het objectscherm. Klik op de Toon objectscherm Toon objectscherm-knop om het objectscherm te openen.

CAN control

Het instellingenscherm toont standaard alleen de meest gebruikte instellingen. Als Geavanceerd wordt aangevinkt, wordt het uitgebreide scherm met alle instellingen getoond. Zie ook de programma-instellingen.

Niveau

Om het analoge signalen in digitale data te decoderen, vergelijkt de CAN-decoder-I/O het signaal met een middenniveau: alles boven dat Niveau wordt als "hoog" beschouwd, alles onder dat niveau als "laag".

Hysterese

Om de invloed van ruis te minimaliseren bij het vergelijken van het signaal met het middenniveau kan een Hysterese worden ingesteld. Alles hoger dan "niveau + hysterese/2" is dan "hoog" en alles lager dan "niveau - hysterese"/2 is dan "laag".

Automatisch niveau / hysterese detecteren

Inschakelen van Automatisch niveau / hysterese detecteren laat de software zelf een bruikbaar middenniveau en hysterese bepalen, gebaseerd op het aangeboden signaal. Iedere keer dat een nieuw signaal beschikbaar is worden niveau en hysterese opnieuw bepaald. Automatisch detecteren niveau en hysterese staat standaard aan.

Bit rate

Voor een juiste detectie van de CAN-boodschappen moet de Bit rate-instelling op de juiste waarde gezet worden, overeenkomstig met de instelling van de CAN-bus waaraan gemeten wordt. Er zijn diverse vaste waarden beschikbaar en het is ook mogelijk zelf een waarde in te vullen.

Tip: Voor een juiste detectie van de CAN-boodschappen moet de samplefrequentie van de oscilloscoop minimaal drie maal zo hoog zijn als de bit rate-instelling van de CAN-bus.

Algemene instellingen en acties

Gerelateerde informatie

Optellen / Aftrekken

De Optellen / Aftrekken I/O telt data van twee of meer bronnen bij elkaar op of trekt die van elkaar af.

Puls-decoder

De Pulsdecoder I/O decodeert twee signalen van een kwadratuurencoder naar een pulsaantal/positie.

I2C-decoder

De I2C-decoder-I/O converteert analoge data op een I2C-bus naar I2C-data.

J1939-decoder

De J1939-decoder-I/O haalt SAE J1939 SPN-waarden uit CAN-berichten.

SPI-decoder

De SPI-decoder-I/O converteert analoge data op een SPI-bus naar SPI-data.

Base section to index

De Basissectie naar index-I/O "vult gaten" in data in met de laatste bekende waarde.

Tabel

De Tabel-sink toont alfanumerieke waarden in een tabelvorm.