SPI decoder
De SPI-decoder-I/O converteert analoge data op een SPI-bus naar SPI-data. Meet eenvoudigweg het Clock- en Data-signaal (MOSI of MISO) op de SPI-bus met de scoop en sleep de kanalen op de SPI-decoder. De SPI-decoder-I/O heeft automatische niveaudetectie en automatische bussnelheid-detectie. De uitvoer van de SPI-decoder-I/O kan worden getoond in een Table sink.

De SPI-decoder heeft altijd twee bronnen nodig: de eerst aangesloten bron wordt als SPI-clock gebruikt en de tweede bron als SPI-data, danwel MOSI (data-uitvoer van master) of MISO (data-uitvoer van slave).

Wanneer zowel MOSI en MISO-data moet worden gedecodeerd, kunnen eenvoudig twee SPI-decoder-I/O's worden gebruikt. Verbind het CLK-signaal met beide SPI-decoders, het MOSI-data-signaal met de ene SPI-decoder en het MISO-data-signaal met de andere SPI-decoder.

De volgende velden worden uit de SPI-communicatie gedecodeerd en getoond als kolom in een tabel:

Veldnaam Doel Standaard getoond
Waarde (Hex) De waarde in hexadecimal enotatie
Waarde (Dec) De waarde in decimale notatie
Waarde (Bin) De waarde in binaire notatie
Waarde (ASCII) De waarde in ASCII-notatie

Wanneer zowel MOSI- als MISO-data wordt gedecodeerd, kunnen beide SPI-decoders worden verbonden met dezelfde tabel, nadat eerst de Layout van de tabel op "Gemeenschappelijke rijen" is gezet.

Instellingen en acties

Om het gedrag van een SPI-decoder-I/O aan te passen zijn diverse instellingen en acties beschikbaar. Deze zijn beschikbaar via een popupmenu dat getoond wordt als met rechts op de I/O geklikt wordt in het objectscherm. De instellingen zijn ook beschikbaar via een instellingenscherm dat wordt getoond als op de I/O wordt dubbel geklikt in het objectscherm. Klik op de Toon objectscherm Toon objectscherm-knop om het objectscherm te openen.

SPI-decoder control

Het instellingenscherm toont standaard alleen de meest gebruikte instellingen. Als Geavanceerd wordt aangevinkt, wordt het uitgebreide scherm met alle instellingen getoond. Zie ook de programma-instellingen.

Verwissel ingangen

De SPI-decoder heeft altijd twee bronnen nodig: de eerste aangesloten bron is de SPI-clock en de tweede aangesloten bron is SPI-data. Als de bronnen verkeerd om zijn aangesloten zal de actie Verwissel ingangen dit oplossen.

Niveau (Klok) en Niveau (Data)

Om het analoge signalen in digitale data te decoderen, vergelijkt de SPI-decoder-I/O de signalen met een middenniveau: alles boven dat Niveau wordt als "hoog" beschouwd, alles onder dat niveau als "laag". De Niveau (..)-instellingen stellen een middenniveau voor het klok- en data-signaal afzonderlijk in.

Hysterese

Om de invloed van ruis te minimaliseren bij het vergelijken van de signalen met de middenniveaus kan een Hysterese worden ingesteld. Alles hoger dan "niveau + hysterese/2" is dan "hoog" en alles lager dan "niveau - hysterese/2" is dan "laag". De Hysterese (..)-instellingen stellen een hysterese voor het klok- en data-signaal afzonderlijk in.

Automatisch detecteren niveau en hysterese

Inschakelen van Automatisch detecteren niveau en hysterese laat de software zelf bruikbaar middenniveaus en hystereses bepalen, gebaseerd op de aangeboden signalen. Iedere keer dat een nieuw signaal beschikbaar is worden niveaus en hystereses opnieuw bepaald. Automatisch detecteren niveau en hysterese staat standaard aan.

Modus

De SPI-decoder ondersteunt twee SPI-modi:

  • Mode 0: Clock Polarity (CPOL) = 0, Clock Phase (CPHA) = 0
  • Mode 1: Clock Polarity (CPOL) = 0, Clock Phase (CPHA) = 1
  • Mode 2: Clock Polarity (CPOL) = 1, Clock Phase (CPHA) = 0
  • Mode 3: Clock Polarity (CPOL) = 1, Clock Phase (CPHA) = 1

De Modus-instelling bepaalt welke modus de SPI-decoder gebruikt. De standaard instelling is Mode 0.

Bitvolgorde

De bitvolgorde van verstuurde data op de SPI-bus is niet vastgelegd in een standaard, maar hangt af van de implementatie. De eigenschap Bitvolgorde bepaalt hoe de SPI-decoder de gedecodeerde bits interpreteert: MSB eerst of LSB eerst. De standaard Bitvolgorde is MSB eerst.

Woordgrootte

De woordgrootte van verstuurde data op de SPI-bus is niet vastgelegd in een standaard, maar hangt af van de implementatie. De instelling Woordgrootte bepaalt hoeveel bits de SPI-decoder gebruikt voor een woord. Enkele voorgedefinieerde waarden zijn beschikbaar, net als een zelf in te stellen waarde. De standaard woordgrootte is 8 bits.

Algemene instellingen en acties

Gerelateerde informatie

Puls-decoder

De Pulsdecoder I/O decodeert twee signalen van een kwadratuurencoder naar een pulsaantal/positie.

I2C-decoder

De I2C-decoder-I/O converteert analoge data op een I2C-bus naar I2C-data.

CAN-decoder

De CAN-decoder I/O decodeert analoge data op een CAN-bus tot CAN-data.

J1939-decoder

De J1939-decoder-I/O haalt SAE J1939 SPN-waarden uit CAN-berichten.

Tabel

De Tabel-sink toont alfanumerieke waarden in een tabelvorm.