
Specifieke toepassing : sensorwaarden omzetten
Een specifieke toepassing voor een Versterking / Offset-I/O is uitgangssignalen van sensoren omzetten. Stel dat een druksensor de volgende karakteristiek heeft:
De grafiek toont dat wanneer de druk 0 Pa is, het uitgangssignaal 0.85 V is. Om de 0.85 V om te zetten naar een druk van 0 Pa, moet de Ingangs-offset op -0.85 gezet worden.
De grafiek toont ook dat wanneer de druk varieert van 0 tot 220 MPa, de uitgangsspanning verandert van 0.85 V tot 3.93 V. Dit wordt gebruikt om de benodigde Versterking te berekenen:
Merk op dat de versterking door de Multi Channel oscilloscoop-software berekend kan worden door rechtstreeks ( 220e6 - 0 ) / ( 3.93 - 0.85 ) in te vullen in het invoerscherm. In plaats van e6 kan ook M worden gebruikt.
Stel de Eenheid van de Versterking / Offset in op 'Pa'.
Instellingen en acties
Om het gedrag van een Versterking / Offset-I/O aan te passen zijn diverse instellingen en acties beschikbaar.
Deze zijn beschikbaar via een popupmenu dat getoond wordt als met rechts op de I/O geklikt wordt in het objectscherm.
De instellingen zijn ook beschikbaar via een instellingenscherm dat wordt getoond als op de I/O wordt dubbel geklikt in
het objectscherm.
Klik op de Toon objectscherm-knop om het objectscherm te openen.
Versterking
De instelling Versterking bepaalt hoeveel het ingangssignaal versterkt wordt. Een waarde kleiner dan 1 verkleint het signaal. Diverse vaste waarden zijn beschikbaar, evenals een zelf in te stellen waarde.
Ingangs-offset
De Ingangs-offset wordt toegevoegd aan het ingangssignaal voor de versterking wordt uitgevoerd. Diverse vaste waarden zijn beschikbaar, evenals een zelf in te stellen waarde.
Neutraliseren
Als een ingangssignaal een offset bevat, kan deze automatisch verwijderd worden met de actie Neutraliseren. Deze actie gebruikt de huidige data in de I/O om de offset te bepalen en vult de Ingangs-offset-instelling met de omgekeerde waarde om de offset te verwijderen. De offset wordt eenmalig bepaald, iedere keer dat de Versterking / Offset-I/O nieuwe data ontvangt, zal deze bepaalde waarde gebruikt worden.
Automatisch neutraliseren
De actie Automatisch neutraliseren verwijdert eveneens de offset op een ingangssignaal, maar gebruikt de volgende data die ontvangen wordt. Zodra die data ontvangen is, wordt de offset bepaald en wordt de omgekeerde waarde in de instelling Ingangs-offset opgeslagen, om de offset te verwijderen. De actie wordt daarna weer uitgeschakeld en iedere keer dat nieuwe data ontvangen wordt zal deze waarde gebruikt worden.
Deze actie is handig wanneer een meetinstelling met een Versterking / Offset-I/O die wordt gebruikt om een offset in een signaal te compenseren wordt opgeslagen op schijf, in een TPS-bestand. Voordat het TPS-bestand wordt opgeslagen, wordt de actie Automatisch neutraliseren ingeschakeld en dan wordt het bestand opgeslagen. Als later het TPS-bestand weer wordt ingelezen en de eerste meting wordt uitgevoerd, zal de actie Automatisch neutraliseren de juiste offset bepalen en deze neutraliseren.
Spectrum naar dichtheid
Als de bron van de Versterking / Offset-I/O een spectrum is, kan de instelling Spectrum naar dichtheid gebruikt worden om een magnitude-spectrum naar een dichtheidsspectrum om te zetten. Bijvoorbeeld, als de eenheid van het bronspectrum V is, wordt de eenheid van de uitgang V/Hz.
Uitgangs-offset
De Uitgangs-offset wordt toegevoegd aan het signaal nadat de versterking is uitgevoerd. Diverse vaste waarden zijn beschikbaar, evenals een zelf in te stellen waarde.